De woning, gebouwd in de jaren ’60, werd rond de eeuwwisseling als eens gerenoveerd en aan de achterzijde fors uitgebreid. Bij deze uitbreiding is destijds met veel glas en open ruimte overtuigend het avontuur gezocht.
Bij de huidige bewoners ontstond na aankoop de vraag naar een gecontroleerder binnenklimaat. Door een combinatie van de toepassing van een duurzame houtvezelisolatie, (gevel en dak) grote lamellen-schermen, zonwering en het herplaatsen van bijna alle kozijnen werd het gewenste resultaat behaald. Het huis werd daarmee gered van sloop.
De woning lijkt vanaf de straatzijde nauwelijks gewijzigd. De zwarthouten gevelbekleding bleek met een likje beits aan de straatkant goed genoeg om te behouden. De tuinzijde, waar destijds laagwaardiger hout werd gebruikt, heeft als gevolg van de renovatie door subtiele aanpassingen in materiaal een wat eigentijdser uiterlijk gekregen. Aan deze zijde van de woning, grenzend aan de Onlanden, zijn terrassen op verschillende niveau’s toegevoegd als schakel tussen de woning en tuin/landschap.
Vanwege het niveauverschil op het kavel zijn grondkeringen in beton en metselwerk, daarboven zijn terrassen verdekt bevestigd in bamboehout afgewerkt. In de terrassen is ruimte voor een aantal bomen opgenomen. Deze zorgen naast een prettige groene woonomgeving ook voor passieve koeling en opname van regenwater.